Op een koude zomerdag in juli konden we eindelijk aan de slag: oorwurmpotjes maken bij Sidona. Bij een lekker kopje koffie of thee legde Sidona uit wat we moesten doen. Een plak klei afsnijden, vervolgens zorgen dat je er geen gaten in trekt, want dat geeft extra kans op luchtbelletjes. Luchtbelletjes in de klei gaan knappen bij het bakken en dat wil je natuurlijk niet. Dan de plak goed uitrollen om de luchtbelletjes eruit te drukken. Als je de plak goed hebt bewerkt, kun je er een soort hoedje maken. De randjes goed dichtplakken of -drukken en zorgen dat er een soort 'handvat' aan zit, zodat bij het raku stoken het object goed in en uit de oven gehaald kan worden.
Na 3 heksenhoeden vond ik het tijd worden om een ander figuur te maken: een dame met een vlecht in haar haar en een grote cape om. Jammer was alleen dat ik de enige was die het erin zag. Ik zal maar niet benoemen wat mijn medecursisten erin dachten te zien. Mijn tafelgenote Diana maakte een prachtig mannetje met pet.
Het vervolg vond plaats op een zonnige dag in september. Alle potjes waren heel gebleven tijdens het bakken, dus we hadden heel wat te glazuren. Sidona had diverse kleuren voorbereid met mooie namen als Gerda's geel en Magic. Voor je begon moest je de verf heel goed roeren: er zitten metalen in en die zakken snel naar de bodem. De klei was licht van kleur na het bakken en de verf trok er goed in. Alle tinten gaven een lichte verkleuring aan de potjes. De verf kon aangebracht worden met de kwast, maar ook door het potje boven een emmer te zetten en de verf te gieten. Terwijl wij aan het verven waren, stookte Sidona de kachel op. En dat bedoel ik letterlijk: een grote, geïsoleerde ton met een gat aan de zijkant onderin waar een gasbrander voor gezet kon worden werd opgestookt tot 1000 graden C. Zodra de oven op temperatuur was, gingen de 1e 5 potjes erin. De eerste ronde duurde ca. een uur. Vlak voor de potjes klaar waren, moesten we tonnen met houtsnippers klaarzetten en een ton met water vullen om er diverse doeken in nat te maken.
Toen was het uur U aangebroken: de eerste potjes waren klaar. Gekleed in een dikke jas pakte Sidona met enorme handschoenen een tang en daarmee haalde ze de potjes uit de superhete oven. Nu werd het belang van de 'handvaten' aan de potjes duidelijk. De potjes werden in de houtsnippers gezet en die ontvlamden door de hitte. Vervolgens de deksel op de tonnen, natte doeken erop en weer even wachten. Daarna gingen de potjes in het water om echt af te koelen. Nog een beetje schoonpoetsen en dan ons werk bewonderen. De een was nog mooier geworden dan de ander: de kleuren waren prachtig en intensief geworden. Waar geen verf zat, was de klei zwart geblakerd. Door de temperatuursprong kreeg het glazuur een craquilé-effect. Prachtig! Telkens anders en verrassend. Dit proces werd een keer of 3, 4 herhaald tot alle potjes raku gestookt waren. Tijdens het stoken zaten we heerlijk in het zonnetje met een lekker kopje thee en goed gesprek: geheel passend bij het (Japanse) raku stoken, leek het wel een Japanse theeceremonie.
Oh ja en voor het thuisfront met de vraag: 'wat kun je ermee?' Een oorwurmpotje zet je over een stok met een pluk stro. Dan zet je het geheel tussen de rozen. De oorwurmen kruipen erin en worden zo beschermd tegen de vogels die hen eten. 's Nachts kruipen ze eruit om de luizen van de rozen te eten. Leuk om te doen, mooi om te zien en nog heel nuttig ook!
Marja Welling