Mij is gevraagd iets over sneeuwklokjes te schrijven. Linnaeus gaf omstreeks 1700 het sneeuwklokje zijn naam en kwam er een einde aan de verwarring met de lenteklokjes (Leucojum vernum). De naam Galanthus is afgeleid van twee Griekse woorden ‘gala’ wat melk betekend en 'anthos’ voor bloem (melkbloem). Het klokje lijkt wit maar is in werkelijkheid kleurloos, door luchtbelletjes in de bloemblaadjes wordt het licht weerkaatst. Plet je een bloemblaadje dan word het blaadje doorzichtig. Er zijn vele variëteiten b.v. het gewone sneeuwklokje Galanthus nivalis; het glansklokje; Turks klokje; geplooide sneeuwklokjes; herfst sneeuwklokjes.
Ondertussen zijn er meer dan 500 variëteiten. Sneeuwklokjes verzamelen moet je wel in je genen hebben. Voor meer dan honderd jaar terug verzamelde mijn oma al sneeuwklokjes, een bijzondere klokje ging met mijn moeder mee en verhuisde vele keren met de familie. Toen we trouwden zorgde moeder er voor dat dit klokje mee ging naar de Stonefarm. Toen een groepje Galanthofielen naar de naam vroegen zei ik in een melige bui dat dit een echte ‘Tinus’ was. Ondertussen is dit klokje verspreid over een groot deel van Nederland en Duitsland.
De bolletjes van de sneeuwklokjes zijn giftig en worden in tegenstelling tot de krokus niet door veldmuizen gegeten. Wel wordt het gif als medicijn gebruikt om de ziekte Alzheimer te vertragen. Terug naar onze verzameling: we hebben in de loop der jaren meer dan honderd soorten verzameld. Veel op naam maar ook veel zelf gevonden soorten. Sneeuwklokjes muteren snel en als we dan langs onze collectie lopen zoeken we naar klokjes met een afwijking en zetten deze dan apart om te kijken of hij het volgende jaar met dezelfde afwijking terug komt. Zo hebben we klokjes met vier bloemblaadjes i.p.v. drie. De gekste vormen komen voor b.v. smalle lange bloemblaadjes (Walrus) smalle blaadjes zeer lang (Wasp) met gele vruchtbeginsel en tekening (Wendy’s Gold) en vele dubbele soorten. Nieuwe soorten zijn prijzig, op de laatste beurs in Netterthal in Duitsland werd vlot € 300 voor een bolletje neergeteld. En dan maar hopen dat deze het volgende jaar terug komt. Het lijkt een herhaling van de tulpen gekte.
Groeiomstandigheden: Sneeuwklokjes hebben van de herfst tot het voorjaar goed licht nodig, als eind mei het loof is afgestorven begint de rustperiode, deze moet koel en iets vochtig zijn. Bij een te natte standplaats gaan ze tot rotting over en op een te droge standplaats verschrompelen de bolletjes. Het beste is onder loofhout en bladverliezende heesters. Ook in het gazon gaat prima, een nadeel is dat met het maaien gewacht moet worden. Verzorging: Als de polletjes te groot worden deze opnemen tijdens of direct na de bloei, ze uitpluizen en een voor een weer uitplanten, zo heb je binnen de kortste keren een heel veld vol. Dit delen is belangrijk, bij een te grote pol droogt de kern onvoldoende op en wordt de pol aangetast door schimmels en zijn ze verloren (Snot). Onder bladverliezende heesters waar niet wordt geharkt is bemesting niet nodig.
Het sneeuwklokje kan de mens die verdriet heeft meegemaakt, ontroeren. Het leven stopt niet bij verdriet, altijd weer kondigt zich nieuw leven aan. En bij het zien van een sneeuwklokje komt deze waarheid naar boven. Het is de eerste ontmoeting, diep in je zelf, die weer nieuw leven toelaat. Het sneeuwklokje is het symbool van vertrouwen, van levenskracht en van troost. De sfeer en energie van dit plantje raakt je totaal, het is een ontmoeting met de oerkracht van het leven. Een prachtig cadeau van dit plantje aan ons.
Ik geef de pen door aan Lies die een bloemlezing zal houden over een van de mooiste planten in onze tuin.
Tinus Scheltens